30.11.06
28.11.06
26.11.06
23.11.06
22.11.06
20.11.06
Ritapolis
We stappen uit de taxi die ons van Tiradentes naar Ritapolis heeft gescheurd. Uit het licht oplopende straatje rechts van ons komt een man met een duwkar gereden.
Hij is sjofel gekleed in kleren met een vale kleur die hier en daar gescheurd zijn. Hij is zelf ook vaal. Vaalbruin en ook wel een beetje vuil. Op zijn handkar ligt allerlei rommel. Stukken plestik,stukken karton,puin en oud ijzer. De wielen van zijn kar slingeren bij het rijden een beetje heen en weer. Het zijn oude fietswielen die lang geleden aan deze kar zijn gemonteerd . Hij kijkt ons aan met een vriendelijke open blik. Hij is al wat ouder maar nog steeds flink nieuwsgierig.
Het kost me dan ook weinig moeite om meteen maar over het doel van onze komst te vertellen en val met de deur in huis met : " Meu son um primo de padre Gotardo",en wijs daarbij naar de kerk achter me waarbij we zijn uitgestapt. Het is meer een kerkje. Een goed onderhouden kerkje in okergeel en wit geschilderd,met een ranke ,smalle toren met korte spits. Het kerkgebouw zelf staat achter de toren.
Voor de kerk is een driehoekig pleintje met wat hoge palmbomen en een beeld van een priester op een sokkel.De kerk staat iets hoger dan de omringende huizen en komt daardoor rank en vrij uit.
De man kijkt me aan en reageert onmiddellijk op de naam Gotardo. O ja, die heeft ie nog gekend, maar dat is toch wel 30 jaar geleden en ja, die hoorde bij deze kerk hier,van santa Rita en hij heeft daaaaaar nog familie wonen (tenminste,dat begrijp ik uit zijn verhaal,en ik denk meteen "heeroom ,een zoon hier ? of een dochter ?....het zou me niks verbazen....). Met zijn linkerhand wijst ie naar de overkant van de straat.
Ik kijk naar zijn andere hand en arm die half en half verlamd en mismaakt naast zijn lichaam hangen. Dan kijk ik in de aangewezen richting en zie aan de overkant van het pleintje, tussen de palmbomen door, een laag wit huis met geopende luiken en een veranda.
"E",ga ik verder: "Onde esse o cemeterio? ", want we willen in ieder geval ook het graf van heeroom bezoeken. Nu wijst de man naar rechts over de huizen, langs de straat en verderop op een heuvel zie ik een gebouwtje staan dat inderdaad lijkt op een gebouw bij een begraafplaats, een niet te groot huis waar de begrafenisspullen worden bewaard en waar ook het gereedschap van de tuinman tevens grafdelver staat.
En nu hij toch aan het wijzen is wijst ie en legt ie uit hoe we daar moeten komen. Gewoon de dorpsstraat naar beneden af lopen en dan naar rechts en dan met een slinger naar boven slingert zijn hand en zegt ie. Het laatste is voor ons wat minder duidelijk dan het eerste, maar het is zeker voldoende.
Hij is nog niet klaar met helpen.Hij zet zijn kar langs de kant van de weg en laat hem daar staan terwijl ie ons wenkt om hem te volgen. We lopen achter hem aan het pleintje over in de richting van het huis met de veranda.
Hij is sjofel gekleed in kleren met een vale kleur die hier en daar gescheurd zijn. Hij is zelf ook vaal. Vaalbruin en ook wel een beetje vuil. Op zijn handkar ligt allerlei rommel. Stukken plestik,stukken karton,puin en oud ijzer. De wielen van zijn kar slingeren bij het rijden een beetje heen en weer. Het zijn oude fietswielen die lang geleden aan deze kar zijn gemonteerd . Hij kijkt ons aan met een vriendelijke open blik. Hij is al wat ouder maar nog steeds flink nieuwsgierig.
Het kost me dan ook weinig moeite om meteen maar over het doel van onze komst te vertellen en val met de deur in huis met : " Meu son um primo de padre Gotardo",en wijs daarbij naar de kerk achter me waarbij we zijn uitgestapt. Het is meer een kerkje. Een goed onderhouden kerkje in okergeel en wit geschilderd,met een ranke ,smalle toren met korte spits. Het kerkgebouw zelf staat achter de toren.
Voor de kerk is een driehoekig pleintje met wat hoge palmbomen en een beeld van een priester op een sokkel.De kerk staat iets hoger dan de omringende huizen en komt daardoor rank en vrij uit.
De man kijkt me aan en reageert onmiddellijk op de naam Gotardo. O ja, die heeft ie nog gekend, maar dat is toch wel 30 jaar geleden en ja, die hoorde bij deze kerk hier,van santa Rita en hij heeft daaaaaar nog familie wonen (tenminste,dat begrijp ik uit zijn verhaal,en ik denk meteen "heeroom ,een zoon hier ? of een dochter ?....het zou me niks verbazen....). Met zijn linkerhand wijst ie naar de overkant van de straat.
Ik kijk naar zijn andere hand en arm die half en half verlamd en mismaakt naast zijn lichaam hangen. Dan kijk ik in de aangewezen richting en zie aan de overkant van het pleintje, tussen de palmbomen door, een laag wit huis met geopende luiken en een veranda.
"E",ga ik verder: "Onde esse o cemeterio? ", want we willen in ieder geval ook het graf van heeroom bezoeken. Nu wijst de man naar rechts over de huizen, langs de straat en verderop op een heuvel zie ik een gebouwtje staan dat inderdaad lijkt op een gebouw bij een begraafplaats, een niet te groot huis waar de begrafenisspullen worden bewaard en waar ook het gereedschap van de tuinman tevens grafdelver staat.
En nu hij toch aan het wijzen is wijst ie en legt ie uit hoe we daar moeten komen. Gewoon de dorpsstraat naar beneden af lopen en dan naar rechts en dan met een slinger naar boven slingert zijn hand en zegt ie. Het laatste is voor ons wat minder duidelijk dan het eerste, maar het is zeker voldoende.
Hij is nog niet klaar met helpen.Hij zet zijn kar langs de kant van de weg en laat hem daar staan terwijl ie ons wenkt om hem te volgen. We lopen achter hem aan het pleintje over in de richting van het huis met de veranda.
14.11.06
13.11.06
Subscribe to:
Posts (Atom)