24.1.10
23.1.10
==================================================
De kauwen die zich toch werkelijk brutaal overdadig hebben vermenigvuldigd de laatste 20 jaar, kauwen de stilte steeds zenuwachtiger vol. Het gevecht om het beste plekje in de kastanjebomen is begonnen. Een merel kinkelt zijn klanken naar de concurrent. Een cirkelzaag zeurt plank na plank door. Ik zit in mijn favoriete tuin, de tuin die me het best omringt, die een arm om me heen slaat. Het huis staat vertrouwelijk naast me en kijkt met glazen ogen voor zich uit. A humming bumblebee hovers over the myriad flowers in the border. Het carillon van de kerk klankt tot hier. De klok slaat een tijd. Sjokkende turkse moeders lopen achter de schutting het M.pad af en dirigeren vokaal hun kinderen. Een jet wringt zich grommend door de lucht. En altijd wil ik mee. Mee naar den vreemde dat aantrekt en afstoot. Het bekende verwisselen voor het ongewisse. Het ongewisse dat, waar je ook neerstrijkt, toch weer bekend wordt na enige tijd. Maar wel anders bekend. Het vreemde van den vreemde vind ik dat ik altijd dwars door andermans leven loop, zonder echt mee te leven. Het blijft kijken naar hoe zij leven en vaststellen dat zij ook allemaal het idee hebben dat je zo je leven moet vullen. Wat zijn we meer dan pinguins ? Of als je wilt mestkevers. Hun leven is een mestbal achterwaarts voor zich uit duwen. Tegenstrijdig, maar toch effectief. De merel is dichterbij gekomen en zingt zijn slaapriedels. Massaal ka-ka-kken de kauwen over in een chaotische wolk. Het carillon klept. De zaag zept door smallere plankjes. Mijn shag is bijna op.
===================================================
De kauwen die zich toch werkelijk brutaal overdadig hebben vermenigvuldigd de laatste 20 jaar, kauwen de stilte steeds zenuwachtiger vol. Het gevecht om het beste plekje in de kastanjebomen is begonnen. Een merel kinkelt zijn klanken naar de concurrent. Een cirkelzaag zeurt plank na plank door. Ik zit in mijn favoriete tuin, de tuin die me het best omringt, die een arm om me heen slaat. Het huis staat vertrouwelijk naast me en kijkt met glazen ogen voor zich uit. A humming bumblebee hovers over the myriad flowers in the border. Het carillon van de kerk klankt tot hier. De klok slaat een tijd. Sjokkende turkse moeders lopen achter de schutting het M.pad af en dirigeren vokaal hun kinderen. Een jet wringt zich grommend door de lucht. En altijd wil ik mee. Mee naar den vreemde dat aantrekt en afstoot. Het bekende verwisselen voor het ongewisse. Het ongewisse dat, waar je ook neerstrijkt, toch weer bekend wordt na enige tijd. Maar wel anders bekend. Het vreemde van den vreemde vind ik dat ik altijd dwars door andermans leven loop, zonder echt mee te leven. Het blijft kijken naar hoe zij leven en vaststellen dat zij ook allemaal het idee hebben dat je zo je leven moet vullen. Wat zijn we meer dan pinguins ? Of als je wilt mestkevers. Hun leven is een mestbal achterwaarts voor zich uit duwen. Tegenstrijdig, maar toch effectief. De merel is dichterbij gekomen en zingt zijn slaapriedels. Massaal ka-ka-kken de kauwen over in een chaotische wolk. Het carillon klept. De zaag zept door smallere plankjes. Mijn shag is bijna op.
===================================================
22.1.10
19.1.10
18.1.10
Subscribe to:
Posts (Atom)