als de straten wat ruimer worden
maakt de bus meer vaart
en dus ook meer lawaai
de bestuurder trekt ver door
in elke versnelling en veroorzaakt
daarmee een knalknetterend gebrul
uit de uitlaat
geen mens kijkt er van op
om de paar kilometer stopt de bus
de bestuurder praat even
met een bekende op de stoep
soms stapt er nog iemand in
het lijkt alsof de bestuurder eigenlijk
geen zin heeft om dat hele eind
(acht uur) te gaan rijden
hij blijft liever hier
hier kent ie overal wel iemand
als we eindelijk buiten de stad zijn
gaat de deur van de bus stevig dicht
en richt hij zich op de lange ,
kale , stoffige weg die zich
voor ons uitstrekt